Clientenraden worden steeds meer gehoord!

Lea Bouwmeester blikt terug op succesvolle samenwerking NCZ

Dit artikel werd gepubliceerd in NCZ Magazine, juni 2017

Na 10 jaar in de Tweede Kamer gezeten te hebben, keerde Lea Bouwmeester van de PvdA na de verkiezingen in maart niet meer terug in de Tweede Kamer. De laatste vier jaar had ze de zorg en cliëntenparticipatie in haar portefeuille. Vanuit die rol werkte ze intensief samen met NCZ en netwerkvoorzitter Marika Biacsics. Lea kijkt graag terug op de behaalde successen en werpt een kleine blik vooruit.

NCZ kijkt sowieso terug op een prettige samenwerking en is er trots op dat er gezamenlijk zoveel is bereikt. Wij hopen dat we voor de toekomst weer zo’n sterke ‘bondgenoot’ in Den Haag krijgen om het cliëntenbelang goed onder de aandacht te houden.

Maar hoe kijkt Lea Bouwmeester zelf terug op de laatste vier jaar?

Lea: “Toen ik vier jaar geleden de portefeuille van de cliënt en participatie in de zorg kreeg, ben ik direct gaan kijken welke organisaties mij hierbij konden ondersteunen. Zo kwam ik al snel uit bij NCZ en haar netwerkvoorzitter Marika. NCZ heeft me altijd goed kunnen informeren over wat er speelt onder cliënten en cliëntenraden. Daarnaast vind ik NCZ een jne organisatie om mee samen te werken. De organisatie staat goed, ze zijn prima bereikbaar en kwamen ook proactief met informatie en oplossingen. Dat is voor mij als Tweede Kamerlid natuurlijk altijd prettig.”

Wat hebben jullie samen bereikt?

Lea: “Vanaf het begin was de samenwerking prima. Ik kon ook goed overleggen en sparren met de leden van NCZ. Samen hebben we ervoor gezorgd dat de positie van de cliënt sterker is geworden en dat ze meer te zeggen hebben gekregen. Langzaamaan verandert die positie van sluitstuk naar uitgangspunt. En daar mogen we trots op zijn. Om het werk en het belang van de cliëntenraad in Den Haag beter op de kaart te zetten heb ik samen met NCZ een speciale bijeenkomst georganiseerd. Verschillende cliëntenraadleden kwamen naar Den Haag om met elkaar en andere Kamerleden te praten over de verdere ontwikkelingen, en de daarbij benodigde ondersteuningen, van hun werk. Deze bijeenkomst heeft de ogen in Den Haag verder geopend. Er kwamen veel interessante praktijkvoorbeelden naar voren, die later in debatten zijn gebruikt.”

Waarom heeft u de ‘motie Bouwmeester’ ingediend?

“In de zorg draait het om de cliënt, de bewoner en zijn naasten. Maar zij hebben het minst te zeggen over hun zorg en de organisatie daarvan. Dat kan en moet beter! Daarom is het zo belangrijk dat de cliëntenraad als vertegenwoordiger van de cliënt zijn stem goed kan laten horen. Dit gaat op steeds meer plaatsen goed. Er moeten nu duidelijke spelregels komen om van deze kleine successen de norm te maken. De nieuwe WMCZ- wet ligt nu bij de Eerste Kamer. Helaas lijkt de minister de voortgang alleen maar te vertragen, dit terwijl de vorige Tweede Kamer met grote meerderheid voor de nieuwe wet heeft gestemd.”

“De nieuwe WMCZ-wet is hard nodig. Ik merk nog te vaak dat praten met cliënten en de cliëntenraad wordt beschouwd als een hinderlijke onderbreking van de dagelijkse werkzaamheden van bestuurders. Terwijl dat gesprek juist de kern is en moet zijn van de zorg. Het is een verrijking van het werk en biedt telkens weer de kans om de zorg verder te verbeteren. Waarom vinden we het normaal dat een Raad van Bestuur nanciering en ondersteuning heeft en een cliëntenraad niet? Om achter de verdere ontwikkeling van de cliëntenraad vaart te zetten heb ik net voor mijn afscheid de ‘motie

Bouwmeester’ ingediend. Hierin vraag ik de minister om de zeggenschap van cliëntenraden nu echt goed te organiseren. Mijn tweede oproep aan de minister is om cliënten beter en actiever te betrekken bij de inkoop van zorg.”

Hoe ontwikkelt de cliëntenbehartiging zich in de toekomst?

“Ik hoop dat mijn beide oproepen snel gehoor vinden bij de minister. In de afgelopen kabinetsperiode hebben we veel gediscussieerd, maar gelukkig ook veel samengewerkt. Ook na het laatste debat is het werk niet af. Het blijft belangrijk om ervoor te zorgen dat de individuele én collectieve stem van de cliënt wordt gehoord, ook in een volgend kabinet en in de Kamer.”

“Een Tweede Kamer waar ik dus niet meer inzit. Het is belangrijk voor NCZ en haar leden dat er weer goed wordt samengewerkt met de nieuwe zorgvertegenwoordigers van de diverse partijen. Ik kan ze NCZ als gesprekspartner zeker aanraden! Voor mezelf breekt er nu een nieuwe periode aan. Ik blijf actief in de zorg en zal me vanuit andere (bestuurs) functies blijven inzetten voor de cliëntenbehartiging.”

Bron: NCZ Magazine, juni 2017

 

 

Advertentie